Nieuwe studieresultaten over minimumafstanden voor onderzeese kabels

De minimaal aan te houden afstanden kunnen in bepaalde gevallen worden verkleind
14. December 2018

De BWO (toen AGOW) heeft namens een groep samenwerkingspartners DNV GL opdracht gegeven voor de herziening van de "Studie naar minimumafstanden in onderzeese kabels" uit 2012. In de afgelopen vijf jaar is in Duitsland en Europa nieuwe kennis en ervaring opgedaan met het leggen en installeren van onderzeese kabels en de reparatie daarvan. Als onderdeel van de herziening is rekening gehouden met de huidige gegevens en zijn de eisen met betrekking tot de minimumafstanden tussen de onderzeese kabels en constructies van derden dienovereenkomstig aangepast. De herziening van de studie toonde aan dat de minimumafstanden in sommige gevallen kunnen worden verkleind in vergelijking met de vereisten van het Federaal Maritiem en Hydrografisch Agentschap (BSH).

De minimaal aan te houden afstanden worden momenteel door de BSH gespecificeerd in de in december 2017 gepubliceerde Federale Offshore Plannen voor de Noordzee (BFO-N) en de Oostzee (BFO-O). De gepubliceerde kabelafstanden in Duitsland hebben het karakter van richtlijnen, waarvan in gerechtvaardigde individuele gevallen kan worden afgeweken. Met ingang van 2019 vervangt het ook door de BSH gepubliceerde gebiedsontwikkelingsplan de BFO-N / -O. De BWO zal ervoor zorgen dat de bevindingen van het onderzoek worden meegenomen in de voorbereiding van het gebiedsontwikkelingsplan.

Samenwerkingspartners in het onderzoek waren de ontwikkelaars en exploitanten van offshore windparken EnBW, Equinor (Statoil), Iberdrola / ScottishPower, innogy, Ørsted, PNE en Vattenfall.

Ieder verder gebruik dan inzage in het onderzoek en gebruik van de werkresultaten door derden is onder voorbehoud van goedkeuring. Neem in dat geval contact met ons op.

uitrusting:

Contactpersoon:

Lena Detmer

Hoofd communicatie

Telefoon: + 49 (30) 28 444 650
E-mail: l.dettmer@bwo-offshorewind.de