Drie keer nul - Federal Network Agency publiceert offshore tenderresultaten in 2021

9. September 2021

Het Federaal Netwerkagentschap (BNetzA) maakte vandaag de resultaten bekend van de aanbestedingen voor drie nieuwe offshore windparken. In totaal bedroeg het tendervolume bijna 1 GW, waarvan 658 MW in de Noordzee en 300 MW in de Oostzee. “Met de aanbestedingsronde van 2021 komt de uitbreiding van offshore windenergie in Duitsland eindelijk weer op gang. Na de lange pauze is dit een zeer belangrijke impuls voor de industrie”, zegt Stefan Thimm, algemeen directeur van de Federale Vereniging van Offshore Windparkoperators (BWO).

De gerealiseerde prijzen voor de gegunde projecten zijn gesloten op 0 cent per kilowattuur (ct./kWh) en daarmee ver onder de vastgestelde maximumprijs van 7,3 ct./kWh. Aangezien meerdere bieders een bod van 0 cent op twee van de drie plaatsen hadden uitgebracht, moest voor het eerst over de kavel worden beslist. Het contract voor de gebieden N-3.7 (225 MW) en O-1.3 (300 MW) ging uiteindelijk naar RWE Renewables Offshore Development Two GmbH. EDF Offshore heeft de opdracht gekregen voor het tweede gebied in de Noordzee, N-3.8 (433 MW). Er bestaan ​​echter toegangsrechten voor de gebieden N-3.8 en O-1.3, aangezien bedrijven daar al offshore windparken hadden ontwikkeld vóór de introductie van de aanbestedingen. Deze kunnen nog gebruikt worden tot 02 november 2021. De ingebruikname van de windparken is gepland voor 2026.

Update vanaf 04.11.2021 juni XNUMX: 
Zowel Windanker GmbH als Nordsee Two GmbH hebben hun toegangsrechten uitgeoefend jegens het Federale Netwerkagentschap. De toeslag voor gebied O-1.3 wordt bij wet (§ 43 WindSeeG) doorgegeven aan Windanker GmbH en de toeslag voor gebied N-3.8 aan Nordsee Two GmbH.

“Het loterijsysteem is geen verstandig wettelijk toewijzingssysteem omdat het de competitieve toewijzing verandert in een pure loterij. Helaas heeft de federale overheid bij de hervorming van het aanbestedingsontwerp vorig jaar geen contracts for difference (CfD) ingevoerd. Deze hebben zich in andere landen al bewezen en zouden de loterij die bij de 0-cent-biedingen hoort, van meet af aan uitsluiten. Het doorslaggevende voordeel van een CFD-systeem is dat de productiekosten voor elektriciteit tot 30 procent kunnen worden verlaagd. Dit zou de uitbreiding van windenergie op zee veel goedkoper maken. De zero-cent-biedingen mogen niet verhullen dat de hogere elektriciteitsproductiekosten van het bestaande systeem via de elektriciteitsprijzen moeten worden opgewekt. We hopen van harte dat Duitsland ook differentiële overeenkomsten zal gebruiken voor offshore windprojecten bij de herevaluatie van het aanbestedingsontwerp in 2023, analoog aan tal van naburige Europese landen”, aldus Stefan Thimm.

Het Federaal Netwerkagentschap zal komend jaar een aanbesteding uitvoeren voor het Noordzeegebied (N7.2) met een volume van 930 MW. Er is ook een recht van toegang voor dit gebied.

Het centrale model is ingevoerd in de loop van de wijziging van de WindSeeG 2017 en geeft niet alleen de financiering en de netaansluitcapaciteit aan, maar ook het recht om goedkeuring te verkrijgen voor de ontwikkeling van de Aan te vragen gebieden met een offshore wind boerderij. Bijzonder aan de aanbesteding zijn de toegangsrechten die zijn ingevoerd in de loop van de ombouw van het bekostigingssysteem: Met de wijziging van de Wet Windenergie Offshore (WindSeeG) 2017 viel de zeggenschap over bestaande projectrechten in eerste instantie bij de staat, dus dat deze aanbesteding voor de verdere kostenefficiënte uitbreiding van windenergie op zee kan realiseren. Om dit verlies te compenseren, heeft de wetgever de betrokken projectontwikkelaars, die op basis van het bestaande wettelijke kader al tientallen miljoenen euro's hadden geïnvesteerd, een toegangsrecht verleend. Dit inschrijfrecht houdt in dat deze voormalige projecteigenaren na de veiling in de gelegenheid worden gesteld om hun project tegen de gegunde voorwaarden te realiseren - ook als een ander bedrijf de opdracht heeft gekregen. Het instaprecht is dus de rechtmatige vergoeding voor de verloren projectrechten.